Portugiesisch-Holländisch Übersetzung für nacionalidade

nationaliteit
Het tweede punt betreft de nationaliteit. Em segundo lugar a nacionalidade.Verschillen op het gebied van godsdienst, nationaliteit en ras. Diferença de religião, de nacionalidade e de raça.U heeft dezelfde nationaliteit als ik, mijnheer de commissaris. O Senhor Comissário é da minha nacionalidade.
staatsburgerschapWe baseren de criteria in feite op nationaliteit, staatsburgerschap of wettelijke permanente verblijfplaats. Os critérios baseiam-se essencialmente na nacionalidade, na cidadania ou na residência habitual e legal. Bovendien wordt hun het staatsburgerschap geweigerd, ofschoon zij en hun voorvaders in het land geboren zijn. Para além disso, é-lhes negada a nacionalidade do país onde eles e os seus pais nasceram. Het is namelijk bewezen dat er personen zijn die het Griekse staatsburgerschap hebben gekregen zonder dat zij daar het recht toe hadden. Porque não há dúvida de que existem pessoas que obtiveram a nacionalidade grega sem que tivessem direito a ela.

Wörterbuch